14 nov.6 minuten om te lezen

Ontdek de kleuren van Spanje: Roadtrip door Castilla la Mancha, in de voetsporen van Don Quichot

En un lugar de la Mancha, de cuyo nombre no quiero acordarme...

“In een plaats in La Mancha, waarvan ik me de naam niet herinner", dit is de wereldberoemde openingszin van Cervantes' meesterwerk, Don Quichot. Als master in de Spaanse taal- en letterkunde zou ik dit meesterwerk gelezen moeten hebben, ware het niet dat ik nét dat semester op Erasmus was in het mooie Sevilla (meer daarover lees je in deze blog). Desondanks blijft Don Quichot een figuur die mij fascineert, net zoals de Spaanse provincie Castilla la Mancha waar de roman zich afspeelt. Ik wist vooraf bitter weinig over deze regio, hooguit dat deze provincie onder Madrid ligt, en dat de temperaturen er gevoelig lager liggen dan aan de costa's van de Middellandse Zee. Maar Spanje is zoveel meer dan zon, zee en strand, dus hoog tijd om deze minder bekende regio te ontdekken!

Roadtrip van 8 dagen door Castilla la Mancha

Wij trokken 8 dagen uit voor onze roadtrip door Castilla la Mancha (2 dagen omweg langs de ateliers in Andalusië waar ons Spaans aardewerk wordt gemaakt niet meegerekend), en reisden in de maand november. Onze route vertrok in Alicante, waar we een auto huurden, maar je kan deze route net zo goed starten vanuit Madrid of Valencia. Omdat we in het laagseizoen reisden, hadden wij enkel onze 1ste overnachtingsplaats vooraf geboekt. De rest van de reis hebben we "sobre la marcha" gedaan, zoals ze dit in het Spaans zeggen, en dus gewoon onze zin gedaan en gekeken waar de dag ons bracht. Dit was de route die we volgden:

Etappe 1: van Alicante naar Albacete

Deze eerste dag was een reisdag, vandaag hadden we na een vlucht ook een eerste trip van 230 km voor de boeg. We haalden onze huurauto op aan de luchthaven van Alicante (wij huren meestal via Centauro) en startten onze roadtrip richting Castilla la Mancha. We hielden onderweg halt in Novelda voor de lunch, met uitzicht op het mooie Santuario Santa Magdalena, een bijzondere kerk die werd gebouwd door een leerling van Gaudi. We maakten daarna ook een tussenstop in Albacete, maar het was zondag en dus viel er in de stad niet zo veel te beleven. We reisden door naar het dorpje Munera, waar we onze 1ste overnachting boekten bij Hospederia Bodas de Camacho, een plaats die Cervantes inspireerde voor de trouwpartij die voorkomt in hoofdstuk 10 van Don Quichot.

Etappe 2: Las Lagunas de Ruidera

De reden waarom we onze 1ste overnachting in Munera boekten, was om de volgende ochtend meteen te kunnen doorrijden naar onze volgende stop: de Lagunes van Ruidera, 40 minuten rijden vanuit Munera. De Lagunes van Ruidera zijn een groot natuurgebied dat bestaat uit maar liefst 15 meren, die vaak ook met elkaar verbonden zijn door watervallen. Het is een heerlijk gebied om te wandelen, met prachtige uitzichten over de blauwe meren. Bij het Centro de Interpretación geven ze je heel graag meer uitleg over de flora en fauna in het gebied, en kan je terecht voor kaarten van de verschillende wandelroutes. Wij brachten hier de volledige dag door, maar het park is groot genoeg om ook meerdere dagen van de natuur te genieten. In de zomer kan je ook zwemmen en zonnebaden bij een aantal stranden rond de meren.

Etappe 3: En un lugar de la Mancha

Na onze dag in de natuur, boekten we een overnachting bij het mooie Hospedería Santa Elena in het gehuchtje San Carlos del Valle. In het dorpje zelf is werkelijk niets te beleven, maar het plein waar de hospederia gelegen is, is prachtig en verrassend majestueus voor zo'n klein dorp. Dit is een goede uitvalsbasis om andere mooie stadjes te bezoeken op de route van Don Quichot, zoals Villanueva de los Infantes (dat volgens onderzoekers weleens het befaamde plaatsje uit de openingszin van de roman zou kunnen zijn) en het mooie Almagro. Ook het natuurpark las Tablas de Daimiel is een bezoek waard, zeker voor wie houdt van vogelspotten.

Etappe 4: Van Ciudad Real naar de molens van La Mancha en het kasteel van Belmonte

Dit is ongetwijfeld een van de etappes van onze route waar ik vooraf het meest naar uit keek, want wie kent ze niet, de beelden van de bekende Spaanse windmolens, de reuzen waartegen Don Quichot ten strijde trok. En ik werd niet teleurgesteld! Vanuit Ciudad Real gingen we eerst naar Consuegra, waar vanaf een afstand de heuvelrug met de bekende molens en het kasteel al opdook. De weidse uitzichten over de uitgestrekte velden van Castilla la Mancha zijn hier werkelijk adembenemend! Van Consuegra reden we door naar Campo de Criptana, een half uurtje rijden, met nog meer windmolens. Tot onze verrassing waren we hier zo goed als alleen, en we genoten met volle teugen van de prachtige uitzichten op de molens van La Mancha. Voor wie (zoals wij) na Consuegra en Campo de Criptana nog niet is uitgekeken op windmolens, kan ook nog stoppen bij de molens van Mota del Cuervo, waar je 3 beelden in smeedijzer kan vinden van Don Quichot, Sancho Panza en Dulcinea.

Van Mota del Cuervo is het maar een kwartiertje rijden naar Belmonte, dit was onze volgende stop. We genoten eerst van een uitgebreide lunch (een typische menú del día met gerechten uit de streek) bij Restaurante La Muralla. Om half 3 gingen de poorten van het Kasteel van Belmonte weer open, en dat was natuurlijk de reden waarom we hier waren gestopt. Dit Middeleeuws kasteel is een van de best bewaarde forten in Europa, en dus zeker een bezoek waard. Ook hier waren we zo goed als alleen, en verdwaalden we door de kasteelgangen onder begeleiding van een audiogids die je handig kan downloaden op je telefoon (beschikbaar in Spaans, Engels, Frans en Italiaans).

Etappe 5: Cuenca

In Belmonte ben je op een uur rijden van Cuenca, en dit was onze volgende stop. Tijdens de route zagen we het landschap veranderen van uitgestrekte velden en akkers, wijngaarden en olijfbomen naar een weg die meer hoogte, bochten en bossen kreeg in de vallei van de rivier Júcar. Cuenca is de hoofdstad van de gelijknamige provincie, en de oude binnenstad ligt hoog op de rotsen, aan beide kanten omgeven door kloven gecreëerd door de río Júcar en río Huécar. De ligging van de stad is werkelijk spectaculair, en het historische middeleeuwse centrum is beschermd Unesco werelderfgoed. Het is heerlijk om door het pittoreske centrum te dwalen en je te laten verrassen door de stad die geschiedenis ademt. Bijzonder en beroemd zijn de casas colgadas ("hangende huizen") die lijken te balanceren op een hoge rots. Het beste uitzicht heb je op de Puente de San Pablo (wel met knikkende knieën als je net zoals wij last hebt van hoogtevrees). In Cuenca logeerden we in de Hospedería del Seminario, een bijzondere plek, dat naast een hotel ook echt nog steeds een seminarie is waar geestelijken hun opleiding tot priester volgen. Lekker eten deden we bij de Mesón San Juan Plaza Mayor.

De volgende dag gingen we op pad in de omgeving van Cuenca. We reden een half uur naar een heel bijzondere plaats die ik iedereen aanbeveel om te bezoeken: la Ciudad Encantada. Dit is een natuurgebied vol bijzondere rotsvormen, die hun oorsprong hebben in de Krijttijd, 90 miljoen jaar geleden. De kalkrotsen erodeerden doorheen de tijd onder invloed van water, wind en klimaatveranderingen, wat zorgt voor een uniek landschap. Je betaalt entrée en krijgt zo toegang tot een wandelroute van 3km in dit bijzondere gebied. Wij waren hier opnieuw weer bijna helemaal alleen, en het bezoek was hierdoor magisch. De landschappen zijn filmisch, en de hele plek ademt een bijzondere energie. Tip voor een lunchplek in de buurt: Rincón de Valdecabras in het dorpje Valdecabras, voor typische gerechten uit de streek met een vriendelijke bediening. Als je nog tijd over hebt kan je ook de Nacimiento del Río Cuervo (bron van rivier Cuervo) bezoeken, op een uur rijden van La Ciudad Encantada. Wij bewaarden deze zelf voor een volgende keer.

Etappe 6: Via Alcalá del Júcar weer naar Alicante

In deze laatste etappe van onze roadtrip door Castilla la Mancha begonnen we stilaan aan onze terugkeer richting Alicante, maar niet zonder te stoppen in Alcalá del Júcar, dat op de lijst staat van de mooiste dorpen van Spanje. En dat is niet gelogen! Dit bergdorp ligt opnieuw naast de río Júcar, op de flanken van een heuvel met aan de voet de mooie vallei van de rivier. Via de Romeinse brug steek je de rivier over en door de smalle en kleine straatjes klim je omhoog naar het kasteel, vanwaar je een mooi uitzicht hebt. In het dorp kan je ook 2 grotten bezoeken: Cueva del Diablo en Cueva Masagó. De grotten (die vroeger gebruikt werden als woningen) zijn nu ingericht als museumruimtes, met elkaar verbonden door een heus tunnelcomplex door de rotsen, en zelfs met een bar/cafetaria, verborgen in het hart van de berg. We sloten ons bezoek af met een lunch bij Casa del Molí (probeer de Gazpacho Manchego, een typisch gerecht uit Castilla la Mancha), en een wandeling langs de oevers van de rivier.

Terug in Alicante sloten we onze reis af met een duik in de Middellandse zee (dus alsnog een beetje zon, zee en strand), en voelden we het tot in de punten van onze tenen nog eens bevestigd: wat is Spanje toch mooi!